Het lijden en de middenweg

De middenweg is heel belangrijk in het boeddhisme, maar het houdt niet in dat je gewoon in het midden blijft en de uitersten mijdt.

De Boeddha zelf werd als prins geboren en leidde een leven van wereldse geneugten, maar toen nam hij afstand van de wereld en ging leven als asceet; hij vastte en leidde zo’n sober bestaan dat hij bijna stierf. Maar verlichting bereikte hij niet, dus verliet hij het bos, heelde zijn geest en lichaam en ging meditatie beoefenen, waarna hij de verlichting bereikte.

De middenweg houdt in dat je de extremen van plezier en pijn mijdt, maar het houdt niet in dat je vanaf het begin enkel en alleen in het midden moet blijven.

In het boeddhisme is de ware betekenis van de middenweg dat je je dynamisch tussen de twee beweegt en beide ervaart.

Als we ons tussen die twee bevinden, zijn we hier.

Heel veel monniken en andere boeddhisten pakken niet het feitelijke probleem van het lijden aan, maar denken ten onrechte dat de middenweg inhoudt dat ze comfortabel in het midden kunnen blijven en de uitersten kunnen mijden zonder iets te doen.

Het is niet genoeg rustig in het klooster te zitten mediteren – we moeten de confrontatie met het leed in de buitenwereld aangaan.

Het is dwaas te zeggen dat de middenweg betekent dat de werkelijkheid je onverschillig laat of dat je niet eens iets van de extremen weet.

De Boeddha leerde dat vrede noodzakelijk is. We kunnen ons natuurlijk afvragen waarom hij onderwees dat vrede belangrijk is.

Waarom?

We weten dat geweld lijden veroorzaakt. We zouden dus naar vrede kunnen streven omdat we denken dat we om van dat lijden af te komen een einde aan geweld moeten maken.

We hebben zowel de leer van de Boeddha nodig als de inzichten die voortkomen uit onze eigen ervaring met de werkelijkheid.

Als we naar het levensverhaal van de Boeddha kijken, is het duidelijk waarom hij de middenweg onderwees. Wat de Boeddha onderwees, was gebaseerd op zijn eigen ervaring. De Boeddha nam afstand van de wereld, ging in zijn eentje op pad om godsdienstonderricht te zoeken en leidde zes jaar lang een leven van ontberingen.

Hij vastte vaak, maar hij besefte uiteindelijk dat vasten en andere fysieke inspanningen niet voldoende waren. Hij zag in dat hij zijn intelligentie moest gebruiken, en daarom beëindigde hij zijn ascese en begon weer te eten.

Toen hij zijn intelligentie gebruikte om wijsheid te verkrijgen, bereikte hij voor het eerst een toestand van verlichting.

Allereerst moeten we ons bewust worden van lijden. Ook zonder het te proberen, ervaren we vroeg of laat allemaal leed en willen we er een eind aan maken.

Als we het lijden de wereld uit willen helpen, moeten we begrijpen dat fysieke ascetische praktijken niet genoeg zijn, maar dat het beslist essentieel is onze menselijke intelligentie te gebruiken om wijsheid te kweken.

De Boeddha onderwees anderen op basis van zijn eigen ervaring, en ook wij moeten bij onze eigen ervaring met lijden beginnen.

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *